In de overgrote meerderheid van de geboortes van een Ouessant schaap is menselijke interventie niet nodig en zelfs niet wenselijk. Veel lammeren worden 's nachts geboren, in dat geval heeft de ooi sowieso de rust die ze nodig heeft. Gebeurt het toch overdag, hou dan enkele meters afstand tijdens de bevalling en wees zo stil en discreet mogelijk. Vooral voor jonge kinderen kan het moeilijk zijn om hun enthousiasme te bedwingen. Zorg dat de ooi in ieder geval zowel de weeën als de uitdrijvingsfase in alle rust kan volbrengen. Vrij snel na de bevalling zal de ooi rechtstaan en op die manier de navelstreng doorbreken. Vervolgens zal de ooi het lam helemaal drooglikken. Weerhou je ervan om het lam vast te nemen alvorens de ooi het lam drooggelikt heeft. Het is een noodzakelijke stap om tot een natuurlijk binding te komen tussen de ooi en het lam. Bovendien schuilt er ook voor jezelf een gevaar in dat niet iedereen kent: op het geboorteslijm kan namelijk een bacterie zitten die Q-koorts kan veroorzaken bij de mens ! Als je dus uitzonderlijk toch zou moeten ingrijpen tijdens de bevalling, moet je dus ten stelligste latex handschoenen dragen en deze nadien vernietigen. Na de geboorte is het normaal dat de ooi nog wat bloed verliest, maar dat mag ook niet overdreven zijn. De moederkoek wordt door de ooi na enige tijd uitgedreven. Ook hier moet je deze nageboorte omzichtig verwijderen (kan in de grond begraven worden, maar wel voldoende diep) om risico op besmetting met de Q-koortsbacterie en andere ziekteverwekkers uit te sluiten. Zeker zwangere vrouwen moeten hierbij opletten.
Het kan raadzaam zijn om biestmelk bij de hand te houden in geval het lam niet zou drinken bij de ooi. Normaliter zijn de ooien goede moeders, maar er kan een probleem zijn met de uier. Normaliter moet het lam binnen 1 à 2 uur drinken bij de moeder. Het lam zal vrij snel beginnen zoeken naar de uier, uitzonderlijk is hier hulp bij geboden, maar pas ten vroegste 2 uur na de bevalling.
Als het de tijdens de geboorte of de dagen nadien erg koud is (rond het vriespunt), kan het lam doodvriezen. Afhankelijk van de weersverwachting kan je dus maar beter een warmtelamp klaarhouden om de ooi en het lam een beetje warmte te bieden.
Eens het lam volledig droog is kan je het geslacht op verschillende manieren bepalen: de rammetjes hebben hoornaanzet: door met je vinger op hun voorhoofd te wrijven voel je 2 "bobbels" waar de hoorns zullen komen. Mogelijkheid 2 is de controle van het geslachtsorgaan: de balzak valt onmiddellijk op. De derde mogelijkheid laat toe om het geslacht op afstand te bepalen: bij het plassen zakken de ooitjes door beide achterpoten, terwijl de plas er tussen de achterpoten uitkomt. De rammetjes daarentegen plassen gewoon "rechtopstaand" en de plas komt er uit ter hoogte van de buik.
De rammetjes, die later in hun jonge leven best niet aangehaald worden en zelfs beter totaal genegeerd worden, kunnen in de eerste 3 dagen van hun leven best wèl meermaals per dag worden vastgenomen en gestreeld. Dit heeft een gunstig gevolg voor hun latere attitude ten opzichte van mensen.
Het kan raadzaam zijn om biestmelk bij de hand te houden in geval het lam niet zou drinken bij de ooi. Normaliter zijn de ooien goede moeders, maar er kan een probleem zijn met de uier. Normaliter moet het lam binnen 1 à 2 uur drinken bij de moeder. Het lam zal vrij snel beginnen zoeken naar de uier, uitzonderlijk is hier hulp bij geboden, maar pas ten vroegste 2 uur na de bevalling.
Als het de tijdens de geboorte of de dagen nadien erg koud is (rond het vriespunt), kan het lam doodvriezen. Afhankelijk van de weersverwachting kan je dus maar beter een warmtelamp klaarhouden om de ooi en het lam een beetje warmte te bieden.
Eens het lam volledig droog is kan je het geslacht op verschillende manieren bepalen: de rammetjes hebben hoornaanzet: door met je vinger op hun voorhoofd te wrijven voel je 2 "bobbels" waar de hoorns zullen komen. Mogelijkheid 2 is de controle van het geslachtsorgaan: de balzak valt onmiddellijk op. De derde mogelijkheid laat toe om het geslacht op afstand te bepalen: bij het plassen zakken de ooitjes door beide achterpoten, terwijl de plas er tussen de achterpoten uitkomt. De rammetjes daarentegen plassen gewoon "rechtopstaand" en de plas komt er uit ter hoogte van de buik.
De rammetjes, die later in hun jonge leven best niet aangehaald worden en zelfs beter totaal genegeerd worden, kunnen in de eerste 3 dagen van hun leven best wèl meermaals per dag worden vastgenomen en gestreeld. Dit heeft een gunstig gevolg voor hun latere attitude ten opzichte van mensen.