Een aantal van de rammen op de Peutiestede lopen op een zogenaamde "rammenweide". Dat is een weide die exclusief is voorbehouden voor de heren onder de Ouessants. Op zo'n rammenweide wordt er wel een onderlinge rangorde bepaald door de rammen zelf, maar doorgaans ontwikkelen de heren heel snel een sociaal gedrag ten opzichte van elkaar. Ze grazen dan het grootste deel van de dag rustig naast elkaar. Aan het begin van het dekseizoen bij de Peutiestede, dat start vanaf 15 oktober, krijgen een tweetal rammen de kans om gedurende 2 maanden de rammenweide te verlaten om hun genen door te geven. Ze vervoegen dan de ooien, die eveneens op hun eigen weide staan.
Voorzichtigheid is wel geboden als je één enkele ram toevoegt aan een grote groep rammen. Het risico bestaat dat de nieuwe ram de wind van voren krijgt van de andere rammen. Twee rammen die elkaar rammen zullen een paar passen tot verschillende meters achteruit stappen om vervolgens met volle kracht vooruit te lopen. Net voor de inslag met de andere ram zal hij de voorpoten opwerpen en met een nekstoot nog meer kracht trachten uit te oefenen tegen de hoorns van de andere ram. Dit proces wordt verschillende malen herhaald tot 1 ram het opgeeft en het strijdtoneel verlaat.
Ook jonge rammetjes zullen schijngevechten onder elkaar doen, als oefening voor later. Voor jonge rammetjes is dit stoeigedrag. Bij een harde kopstoot tussen 2 jaarlingen werd dit jaar 1 zwarte ram zwaar geraakt door zijn halfbroer. Na de luide slag viel de ram onmiddellijk neer en kon niet meer opstaan. Hoewel bij min of meer bij bewustzijn, leek alle spiercontrole verdwenen. Na een nacht rust en observatie, werd duidelijk dat er sprake was van een ernstig hersentrauma. De ram kon 24 uren na het voorval weliswaar het hoofd bewegen, maar snelle oogbewegingen wezen erop dat de hersenschade weinig goeds voorspelde. Na enkele dagen zonder merkbare verbetering werd de ram, hoewel hij nog at door zich liggend voort te bewegen in het hoge gras, uit zijn lijden verlost.
Deze veelbelovende ram had het ongeluk dat de hoorn van zijn kameraadje hem waarschijnlijk op een slechte plaats op de kop heeft geraakt. Hoewel het een weinig voorkomend letsel betreft, is het toch geen alleenstaand geval. De ram heeft een harde kop, maar toch...
Voorzichtigheid is wel geboden als je één enkele ram toevoegt aan een grote groep rammen. Het risico bestaat dat de nieuwe ram de wind van voren krijgt van de andere rammen. Twee rammen die elkaar rammen zullen een paar passen tot verschillende meters achteruit stappen om vervolgens met volle kracht vooruit te lopen. Net voor de inslag met de andere ram zal hij de voorpoten opwerpen en met een nekstoot nog meer kracht trachten uit te oefenen tegen de hoorns van de andere ram. Dit proces wordt verschillende malen herhaald tot 1 ram het opgeeft en het strijdtoneel verlaat.
Ook jonge rammetjes zullen schijngevechten onder elkaar doen, als oefening voor later. Voor jonge rammetjes is dit stoeigedrag. Bij een harde kopstoot tussen 2 jaarlingen werd dit jaar 1 zwarte ram zwaar geraakt door zijn halfbroer. Na de luide slag viel de ram onmiddellijk neer en kon niet meer opstaan. Hoewel bij min of meer bij bewustzijn, leek alle spiercontrole verdwenen. Na een nacht rust en observatie, werd duidelijk dat er sprake was van een ernstig hersentrauma. De ram kon 24 uren na het voorval weliswaar het hoofd bewegen, maar snelle oogbewegingen wezen erop dat de hersenschade weinig goeds voorspelde. Na enkele dagen zonder merkbare verbetering werd de ram, hoewel hij nog at door zich liggend voort te bewegen in het hoge gras, uit zijn lijden verlost.
Deze veelbelovende ram had het ongeluk dat de hoorn van zijn kameraadje hem waarschijnlijk op een slechte plaats op de kop heeft geraakt. Hoewel het een weinig voorkomend letsel betreft, is het toch geen alleenstaand geval. De ram heeft een harde kop, maar toch...
img_3148.mov |